‘Verander je wereld in een tempel’
Dat is het motto dat ik Atelier Aandacht gaf.
Ik gebruik het woord tempel omdat het iets heel kostbaars uitdrukt. Al millennia bouwt de mensheid de prachtigste tempels die we goed verzorgen en vol van schoonheid laten zijn.
Schoonheid ontspant. Een tempel is een ruimte waarin je tot rust komt. Waarin je je aandacht brengt bij wat je inspireert, waar je mee resoneert, wat belangrijk is in je leven.
In de Tantrische traditie neemt zorg dragen voor je omgeving een belangrijke plek in. We proberen een plek altijd mooier achter te laten dan we haar aantroffen. Daarbij worden we ondersteund door onze beoefening, die erop is gericht om het ‘goddelijke’ in onszelf te ervaren.
Hoe meer we onze wonden helen, hoe meer we meestal gaan voelen dat we allemaal onafscheidelijk deel zijn van één groot bewustzijn. Dit herkennen we in onszelf en daarmee gaan we het ook steeds meer zien in de wereld om ons heen. En dan wordt het heel eenvoudig en vanzelfsprekend om goed voor haar te zorgen.
Mijn huis is misschien wel het belangrijkste deel van mijn wereld. Ik breng er de meeste van mijn nachten door; we eten er, we spelen er, we hangen er uit, we vrijen er, maken er ruzie… hoe vaak ik ook weg ben, nergens ben ik zo vaak en zo veel als thuis.
Het is tegelijkertijd ook het deel van mijn wereld waar ik de meeste invloed op heb; ik bepaal welke materialen, welke kleuren en welke vormen ik er toe laat. Door mijn huis te veranderen in een tempel, verander ik het grootste deel van mijn wereld in een tempel.
Waar Tantra zich onderscheidt van andere spirituele stromingen en religies, is dat de beoefening ervan plaats vind in het dagelijks leven. Tantrika’s gaan niet jarenlang in afzondering in een grot te zitten om verlichting te bereiken. We hebben een gezin, een beroep, gaan op vakantie, doen sport en hebben hobby’s. Daar waar ons leven zich afspeelt, is waar we beoefenen: om gevoelig te zijn, aanwezig en nieuwsgierig naar alles wat we ervaren.
Overigens zijn Tantrika’s hierin (inmiddels) niet meer alleen: veel hedendaagse yogi’s, extatic dancers, sjamanen en beoefenaars van mindfullness en meditatie zullen dit ook zo ervaren. En dat zie je ook aan hedendaagse huizen, waar het huisaltaar langzaam weer haar plek terug krijgt…
Hoe verander ik mijn huis in een tempel?
1. Word verliefd op je huis
Ik weet nog goed hoe ik ooit in Amsterdam West een krot van een woning betrok. Het bestond uit drie ‘kamers’; ooit de bergingen van de drie appartementen onder mij. Ik had dringend woonruimte nodig en ik wist: hier heb ik het mee te doen.
En ik was er zó blij mee! Mijn eerste huis in Amsterdam met een legaal, vast huurcontract. Helemaal van mij!
Op het moment dat ik mijn plek accepteerde, welde er een soort verliefdheid in me op. Ik nam me voor: deze plek ga ik zo veel mooier maken dan ik hem nu aantref. In een paar weken tijd transformeerde ik het krot met hulp van vrienden in een mooi, gezellig en warm nest.
Ben jij blij met je huis? Dankbaar dat het er is?
Mocht dat niet zo zijn, kijk dan of het voor jou mogelijk is om dit huis waar je nu woont, te accepteren voor een bepaalde tijd. Misschien zeg je: ‘voor de duur van één jaar ben ik dankbaar om hier te wonen.’ Kijk in de tussentijd hoe je je huis zo warm, mooi en comfortabel mogelijk kunt maken, zodat je er zo veel mogelijk van kunt genieten… en haar uiteindelijk mooier achter te laten dan je haar aantrof.
2. Laat jezelf aanraken door luxe materialen
Met ‘luxe materialen’ bedoel ik alle materialen waar jij je comfortabel, warm en prettig bij voelt. Luxe betekent in deze context niet speciaal: duur. Een oude houten tafel met een prachtige doorleefd, generfd tafelblad: dat kan een zeer waardevol bezit zijn. Ik dook zelf ooit op een brocante een prachtig gebutst kastje op van metaal en hout, ik vermoed uit een jaren 30 ziekenhuis inrichting. Alsof het was gemáákt om te dienen als altaar voor onze donkere bronzen boeddha uit Cambodja.
Ik omring me graag met materialen waar ik me – ook buiten de ‘look & feel’ goed en gezond bij voel. Onze bank heeft een natuurlijke bekleding en komt uit een fabriek waar ze niet werken met schadelijke chemicaliën (van het Nederlandse merk Danca: check ze maar eens uit). Tapijten van materialen als zeegras zijn een sfeervol ecologisch alternatief voor vloerbedekking met kankerverwekkende weekmakers. Ik vind schapenvachten heerlijk materiaal voor in huis; heerlijk warm en zacht; mooi om te zien. Als jij daar ook van houdt, weet dan dat ze tegenwoordig ook verkrijgbaar zijn zonder huid; het beestje zelf loopt nog vrolijk rond. (Google maar eens op ‘gevilte schapenvacht’)
Ik wil ook graag het leven kunnen zien in de materialen om me heen. Een vloer van (oké, hier en daar een tikkie kromme) houten plankdelen die we destijds voor €10 per meter op de kop tikten, was voor ons een stuk aantrekkelijker alternatief dan parket of kliklaminaat.
Planten zijn een ander ‘materiaal’ dat je huis een gevoel van weelde en overvloed geeft – tenminste: als je weet hoe je ze moet verzorgen óf een plant neemt die het kan hebben als dat niet je sterkste punt is:-) Een plant die overvloedig groeit of bloeit brengt zo veel leven en schoonheid in een huis.
Ik denk dat hoe meer je jezelf omringt met dit soort luxe, hoe meer je jezelf kunt ervaren als een waardig iemand. Je bent het simpelweg waard om te leven in liefde en overvloed.
Van welke materialen houdt jij?
Welke oppervlaktes raak jij graag aan?
Waarmee wordt jouw huis een weelderige plek voor jou?
3. Baad jezelf in een prettig kleurenpalet
Vanuit Feng Shui wordt aangeraden om natuurlijke kleuren als basis te nemen voor de inrichting van je huis. Tegen een rustige achtergrond brengen kleuraccenten leven in de brouwerij, net als in de natuur. Tinten die veel in de natuur voorkomen zijn: zachte grijzen, bruinen, groenen, blauwen… Veelal zijn het bloemen die kleuraccenten toevoegen: in fel geel, wit, paars; heel soms rood.
Ik hou zelf best van stevige kleuren, maar ik heb gemerkt dat hoe gerichter ik die inzet, hoe sterker ze werken. Ooit had ik een keuken met een knalrode muur. Best leuk voor een tijdje, maar echt comfortabel heb ik me er nooit bij gevoeld. Dat voel ik me nu wel bij de grote rode staande lamp naast onze zandkleurige bank.
Ben je aan het zoeken naar de kleuren die bij jou en de verschillende plekken in je huis passen? Google dan eens op ‘kleuren + Feng Shui’.
4. Schuif, verplaats en verbaas je
“Hé, jullie huis is wéér anders!’, zeggen vrienden vaak als ze binnenkomen. Regelmatig krijgt één van ons de geest en gaat lopen schuiven met de spullen en meubels in huis. Soms zijn de veranderingen subtiel; een schilderij krijgt een nieuwe plek. Een kast of la wordt beter ingedeeld.
Soms zijn de veranderingen groot: een paar weken geleden trok Jeroen onze hele slaapkamer overhoop, gaf de muren een frisse lik verf en daarna sliepen we opeens weer met uitzicht op de prachtige boom van de buurman. Onze bank heeft inmiddels tegen iedere beschikbare muur in onze woonkamer gestaan. Haha; en iedere keer ervoer ik er meer ruimte!
Feng Shui wordt ook wel ‘de kunst van het plaatsen’ genoemd. Als je je huis opnieuw gaat inrichten aan de hand van Feng Shui, opent zich een hele wereld voor je. Je maakt een reis langs alle ruimtes in je huis, en je geeft je spullen een passende nieuwe plek. Ik ervaar het als heel inspirerend om hiermee te experimenteren; het maakt me super creatief.
Wel belangrijk trouwens om je niet in bochten te gaan wringen om een ‘probleem’ op te lossen. Kijk of je het kan doen in ontspanning, vanuit plezier: soms vallen alle puzzelstukjes gewoon in eens in elkaar op een bepaalde plek. Ineens precies goed en af.
Ok; een tijdje dan:-) Want met dat ik verander, verandert mijn kijk op de wereld. Daarmee verandert, onvermijdelijk, ook mijn huis.
5. Voeg betekenis toe
Achter ieder beeld zit een verhaal. Soms merken we dat verhaal niet meer zo bewust op. We zijn dan zo gewend aan een beeld, dat we niet meer zo fris kunnen ‘zien’ wat we er onszelf eigenlijk precies mee vertellen. In de Feng Shui wereld circuleren prachtige verhalen over de directheid van de reflectie van onze innerlijke wereld op de wereld om ons heen. Een klassieker is het schilderij van een treurende vrouw aan een donkere poel aan de rand van een bos: in de liefdeshoek van iemand die al jaren op zoek is naar de ware liefde…. Misschien is het schilderij zelf prachtig geschilderd of zijn de kleuren wonderschoon, maar het onderwerp is niet geschikt voor de plek in je huis waarin je uitdrukking geeft aan hoe jij de liefde wilt ervaren.
Ik schilder goden en godinnen omdat dat oeroude archetypes zijn (geschapen naar ons evenbeeld, zou ik zeggen:-) De eerste kunstwerken die de mensheid maakte, waren beeldjes van de grote moedergodin. Als we zo’n afbeelding zien, zelfs uit een cultuur die niet de onze is, is er bijna altijd wel iets van herkenning. Alsof de blauwdruk ervan ergens in ons DNA ligt opgeslagen.
Beelden van goden en godinnen zijn doordrenkt van betekenis. Daarom zijn ze zo goed inzetbaar als symbolen voor jouw intentie. Een juicy schilderij van Shakti en Shiva in je liefdes hoek…. dat is wel even een andere boodschap aan het universum!
Kijk eens om je heen: welke verhalen vertellen de objecten in jouw huis?